Good Mood

vroege jaarsedit

in de jaren 1920 zouden moonshine-hardlopers tijdens het verbod tijdperk vaak de autoriteiten moeten ontlopen. Om dit te doen, moesten ze hun voertuigen te upgraden—terwijl ze op zoek gewone, om geen aandacht te trekken. Uiteindelijk begonnen hardlopers samen te komen met collega-hardlopers en samen runs te maken. Ze zouden elkaar uitdagen en uiteindelijk gevorderd tot georganiseerde evenementen in de vroege jaren 1930., Het grootste probleem met racen was het ontbreken van een uniforme set regels tussen de verschillende tracks. Toen Bill France Sr. dit probleem zag, organiseerde hij een bijeenkomst in het Streamline Hotel om een organisatie te vormen die de regels zou verenigen.toen NASCAR in 1948 voor het eerst door Frankrijk werd opgericht om de stock car racing in de Verenigde Staten te reguleren, was er een vereiste dat elke auto die werd ingevoerd volledig moest worden gemaakt van onderdelen die beschikbaar waren voor het grote publiek via autodealers. Bovendien moesten de auto ‘ s modellen zijn die meer dan 500 exemplaren aan het publiek hadden verkocht. Dit wordt “homologatie” genoemd., In NASCAR ’s vroege jaren, de auto’ s waren zo “stock” dat het gemeengoed voor de coureurs om zelf te rijden naar de wedstrijden in de auto die ze zouden gaan lopen in de race. Terwijl de auto-motortechnologie in de Tweede Wereldoorlog vrij stagneerde, had de ontwikkeling van geavanceerde vliegtuigzuigermotoren een groot deel van de beschikbare gegevens opgeleverd, en NASCAR werd gevormd net toen een deel van de verbeterde technologie op het punt stond beschikbaar te komen in productieauto ‘ s., Tot de komst van de Trans-Am-serie in 1967, NASCAR homologation auto ’s waren het dichtst dat het publiek kon kopen dat was eigenlijk zeer vergelijkbaar met de auto’ s die werden winnen nationale races.de Oldsmobile raket V-8 uit 1949 met een cilinderinhoud van 303 cu in (5,0 L) wordt algemeen erkend als de eerste naoorlogse moderne kopklepmotor die beschikbaar is voor het publiek. De Oldsmobile was een onmiddellijk succes in 1949 en 1950, en alle autofabrikanten konden het niet helpen de hogere verkoop van de Oldsmobile 88 aan het inkooppubliek op te merken., Het motto van de dag werd “win op zondag, verkoop op maandag”. Ondanks het feit dat verschillende concurrerende motoren geavanceerder waren, wist de aerodynamische en lage slingermotor Hudson Hornet in 1951, 1952 en 1953 te winnen met een 308 cu in (5,0 L) inline zescilinder die gebruik maakte van een oude flathead-Motor.

op dat moment duurde het meestal drie jaar voordat een nieuw ontwerp van carrosserie of motor in productie kwam en beschikbaar was voor NASCAR racen., De meeste auto ‘ s verkocht aan het publiek had niet een breed scala van motor keuzes, en de meerderheid van het kopen van het publiek op het moment was niet geïnteresseerd in de grote verplaatsing speciale editie motor opties die al snel populair zou worden. Echter, het einde van de koreaanse Oorlog in 1953 begon een economische boom, en toen Auto kopers onmiddellijk begon te eisen meer krachtige motoren.

ook in 1953 adviseerde NASCAR de bestuurders om rolstangen toe te voegen, maar dat was niet nodig.in 1955 produceerde Chrysler de C-300 met zijn Chrysler Vuurkrachtmotor 300 pk (220 kW) 303 cu in (5.,0 L) kopklepper motor, die gemakkelijk gewonnen in 1955 en 1956.

in 1957 vonden verschillende opmerkelijke gebeurtenissen plaats. De Automobile Manufacturers Association (AMA) verbood fabrikanten van het gebruik van race overwinningen in hun reclame en het geven van directe steun aan race teams, omdat ze vonden dat het leidde tot roekeloze straat racen. Dit dwong fabrikanten om creatief te worden in het produceren van race-onderdelen om racers te helpen winnen. Race teams werden vaak betrapt op het gebruik van de fabriek geproduceerde race-onderdelen die niet echt beschikbaar waren voor het publiek, hoewel veel onderdelen passeerde monster door te worden gelabeld als heavy-duty “politie” onderdelen., Autofabrikanten wilden zich aan het verbod houden, maar ze wilden ook winnen.de NASCAR tracks waren in die tijd voornamelijk onverharde tracks met bescheiden barrières, en tijdens het seizoen 1957 crashte een Mercury Monterey in de menigte. Dit doodde veel toeschouwers, en resulteerde in een serieuze herziening van de veiligheidsregels, die op zijn beurt leidde tot de bouw van Grotere, modernere tracks., Ook in 1957 verkocht Chevrolet genoeg van hun nieuwe motoren met brandstofinjectie aan het publiek om ze beschikbaar te maken voor het racen (en Ford begon met de verkoop van superchargers als optie), maar Bill France verbood onmiddellijk brandstofinjectie en superchargers van NASCAR voordat ze konden racen. Echter, zelfs zonder officiële fabriekssteun of het gebruik van brandstofinjectie, Buck Baker won in 1957 rijden een kleine-block V-8 Chevrolet Bel Air.in 1961 introduceerde Ford de F1 390 in een Starliner, maar de kampioenschappen van 1960 en ’61 werden gewonnen door coureurs in 409-aangedreven Chevrolet Impala’ s.,Pontiac introduceerde hun “Super Duty” 421 in Catalina ‘ s die gebruik maakten van veel aluminium carrosseriedelen om gewicht te besparen, en de Pontiacs wonnen gemakkelijk in 1962.

HeydayEdit

de wens van zowel fans als fabrikanten naar auto ‘ s met een hogere prestatie binnen de beperkingen van de homologatie betekende dat autofabrikanten begonnen met de productie van beperkte “special edition” – Auto ‘ s op basis van basismodellen met een hoge productie. Het werd ook duidelijk dat fabrikanten bereid waren om steeds grotere motoren te produceren om concurrerend te blijven (Ford had een 483 ze hoopten te racen ontwikkeld)., Voor het seizoen 1963 NASCAR motoren waren beperkt tot het gebruik van een maximale verplaatsing van 7,0 liter (427 cu.in.) en met slechts twee kleppen per cilinder.

ook werden de regels voor racewagens verder gewijzigd, vooral in het belang van de veiligheid. Dit komt omdat racecoureurs en hun auto ‘ s tijdens dit tijdperk werden onderworpen aan krachten ongehoord in straatgebruik, en vereisen een veel hoger niveau van bescherming dan normaal wordt geboden door echte “voorraad” auto-lichamen.,in 1963 verkocht Ford genoeg van hun aerodynamische “sport-roof”-editie Galaxies aan het publiek zodat het als voorraad zou kunnen worden beschouwd, en met het zware FE-blok dat werd geboord en gestreeld tot de nieuwe limiet van 427, waren de top vijf finishers allemaal Fords. Chrysler had verveeld hun 413 te maken van de “Max Wedge” 426, maar het kon nog steeds niet concurreren met de Fords. General Motors ‘ hoofdkwartier had echt geprobeerd om zich te houden aan het verbod van 1957, maar hun Chevrolet divisie had ook voortdurend geprobeerd om er omheen te werken, omdat de andere fabrikanten openlijk het verbod hadden omzeild., In 1963 gaf GM toe en gaf openlijk afstand van de naleving, en Chevrolet mocht de ZO6 427 produceren, maar het was niet meteen succesvol.toen in 1964 de nieuwe Chrysler 426 Hemi motor zo domineerde de serie in een Plymouth Belvedere “Sport Fury”, werden de homologatie regels veranderd zodat 1000 van elke motor en auto moest worden verkocht aan het publiek om te kwalificeren als een voorraad onderdeel, in plaats van slechts 500. Dit maakte de 426 Hemi niet beschikbaar voor het seizoen 1965.,in 1965 paste Ford twee single-overhead-cams aan op hun FE 427 V8 om het mogelijk te maken om op een hoger toerental te draaien (de Ford 427 Cammer). Ford begon “cammers” te verkopen aan het publiek om het te homologeren (meestal aan dealer-gesponsorde privateer drag racers), maar NASCAR veranderde de regels om aan te geven dat alle NASCAR-motoren een enkele cam-in-block moeten gebruiken. Maar zelfs zonder de cammer won de Ford FE 427 in 1965.in 1966 verkocht Chrysler genoeg van de 426 Hemis om hem weer beschikbaar te maken, en ze stopten hem in hun nieuwe Dodge Charger met een lage achterruit die radicaal schuin was., Het werd een “fast-back” genoemd, en vanwege deze David Pearson was de Series kampioen dat jaar met Richard Petty domineert 1967, het winnen van 27 van 48 races (waaronder 10 op een rij) in de boxier Plymouth Belvedere.het seizoen 1969 bevatte de Torino Cobra of Torino “Talladega” die genoeg aerodynamische lichaamsverbeteringen had dat het een hogere snelheid gaf dan de Torino 1968, met geen andere veranderingen. De Cobra, met verlengde neus en opnieuw vormgegeven rockers, werd omgedoopt tot Talladega halverwege het seizoen 1969 toen de Boss 429 vervangen de 427., Vanaf 1963 tot dit punt, Ford had gewonnen zes straight Manufacturer Championships, en tegen het einde van het seizoen 1969 Ford zou maken het zeven op een Rij. Richard Petty was moe van het winnen van races, maar het verliezen van het kampioenschap, dus na een prive-bezichtiging van Ford ‘ s nieuwe Talladega en Boss 429 Motor, hij tekende een lucratieve deal met Ford.voor de eerste race op de Daytona 500 zette David Pearson ‘ s 427 aangedreven Ford Torino Cobra een nieuw NASCAR-record door als eerste boven de 310 km/u te komen toen hij zich kwalificeerde op 305.822 km/u., Toen de race begon Donnie Allison ‘ s Torino leiden het grootste deel van de race (84 rondes). Tegen het einde van de race achtervolgde de Torino van LeeRoy Yarbrough de Dodge van Charlie Glotzbach, die een voorsprong van 11 seconden had. Het was de eerste Daytona 500 gewonnen op een laatste ronde pass. Het werd erger voor Dodge toen NASCAR, een paar maanden later, eindelijk toegestaan Ford om zijn Hemi-headed Boss 429 motor uit te voeren.toen Ford het grootste deel van de races won, moest Dodge een betere auto ontwikkelen. Met de Charger 500 als basis hebben ze een puntige neus toegevoegd., Deze neus was bijna een kopie van de neus van de 1962 Ford Mustang I prototype. Deze radicale lichaamsvorm vereiste een vleugel om stabiel te blijven bij snelheden boven 290 km/u. Ze noemden het de Dodge Daytona na de race die ze hoopten te winnen. Ook al won het nooit een Daytona 500-race, het was nog steeds een aanzienlijke verbetering ten opzichte van zijn voorganger de Dodge Charger 500.

NASCAR vreesde dat deze stijgende snelheden de mogelijkheden van de bandentechnologie van die tijd aanzienlijk overtroffen, en het zou ongetwijfeld het aantal gruwelijke wrakken dat zich voordeed doen toenemen., Als gevolg daarvan werden de 1970 homologatie regels veranderd, zodat een auto voor elke twee Amerikaanse dealers moest worden gebouwd voor verkoop aan het publiek om te kwalificeren, in de hoop het gebruik van aero-carrosserieën te vertragen totdat banden konden verbeteren.in 1970 Reed Dodge met de Daytona, maar Plymouth slaagde erin om meer dan 1.920 Plymouth Superbirds te bouwen, die vergelijkbaar waren met de Daytona. Petty kwam terug naar Plymouth in de plus 200 mph (320 km/u) Superbird, en Bobby Isaac won het seizoen kampioenschap in een Daytona., NASCAR beperkte alle “aero-cars” inclusief de Ford Talladega, Mercury Spoiler II, Charger 500, Dodge Daytona en Plymouth Superbird tot een maximale motorverplaatsing van 305 cu in (5,0 L) voor 1971. Bijna alle teams schakelden over op niet-aero bodystyles. NASCAR nam uiteindelijk een restrictorplaat aan om de topsnelheden voor de 7.0 L motor te beperken toen teams overschakelden op small-block 358 cu in (5.9 L) motoren.

Fans, drivers en fabrikanten eisten een volledige herziening van de regels., NASCAR reageerde op een manier die ze hoopten zou maken de auto ‘ s veiliger en meer gelijk, zodat de race-serie zou meer een test van de bestuurders, in plaats van een test van de auto-technologie.het tijdperk kwam tot een conclusie in de jaren zeventig. 1972 bracht zoveel veranderingen in de regels, dat velen dit jaar beschouwen als het begin van het moderne tijdperk van NASCAR racen. Daarnaast Nam R. J. Reynolds (het tabaksconglomeraat) het over als de belangrijkste sponsor van NASCAR racing (het veranderen van de naam naar de “Winston Cup”) en ze maakten een aanzienlijk grotere financiële bijdrage dan eerdere sponsors., Richard Petty ‘ s persoonlijke sponsoring met STP ook nieuwe, hogere normen voor financiële beloningen voor het rijden teams. De plotselinge infusie van aanzienlijk grotere hoeveelheden geld veranderde de hele aard van de sport.de oliecrisis van 1973 betekende dat de speciale homologatieauto ‘ s van alle merken plotseling onverkocht waren. Door de balans van de jaren 1970 tot 1992, de fabriek voorraad sheetmetal over een raceframe betekende dat de auto ‘ s zag er heel veel als hun straat versie tegenhangers., Men kan zeggen dat 1993, met de toevoeging van ground effect wrap-around type spoilers markeerde het begin niet-voorraad sheetmetal en vanaf dat punt vooruit, voorraad auto ‘ s werden snel toegestaan om sterk te verschillen van alles beschikbaar voor het publiek. Moderne racing” stock “auto’ s zijn voorraad in naam alleen, met behulp van een lichaam sjabloon dat vaag is gemodelleerd naar momenteel beschikbare auto ‘ s. Het chassis, loopwerk, en andere apparatuur hebben bijna niets te maken met iets in gewone auto ‘ s., NASCAR en de autofabrikanten zijn zich bewust geworden van dit, en voor 2013 elk merk (Chevrolet, Dodge, Ford, en Toyota) hebben hun race sheetmetal opnieuw ontworpen om meer lijken op de straat modellen van hun auto ‘ s.